Voorjaar 2018
Tegelijk met de invoering van de Wet maatschappelijk
ondersteuning (Wmo) in 2007 werden in veel gemeenten
Wmo-adviesraden opgericht. ‘Gemeenten krijgen er veel taken
bij en het helpt om burgers actief te laten meedenken over hoe
deze taken worden uitgevoerd’, zo was de redenering. Toen
in 2015 ook de jeugdzorg, zorg aan langdurig zieken en ‘werk
en inkomen’ naar de gemeenten werden overgeheveld, ontstonden de
Adviesraden Sociaal Domein, vaak een omvorming van de Wmo-adviesraden.
In de meeste gemeenten is dit een formeel adviesorgaan van het college van
burgemeester en wethouders en kijkt de gemeenteraad mee.
In dit dossier maken we de stand van zaken op rond die adviesraden. Zijn
zij een versterking van de lokale democratie of worden ze vooral als ballast
ervaren? Hoe onderhouden de adviesraden contact met de burgers in hun
gemeenten? Hoe legitimeren ze zichzelf? Zijn vooral gepensioneerde witte
mannen die graag en veel vergaderen lid van adviesraden, of is er meer
diversiteit? Waar worstelen ze mee? We spraken met de landelijke Koepel van
Adviesraden. Maar ook met een aantal individuele leden van raden. En met
mensen die hen ondersteunen. Hoe moet het verder met deze versterking van
de lokale democratie?