13-04-2017 In opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft het Zijlstra Center een onderzoek uitgevoerd naar de macrodoelmatigheid van decentralisaties.
Het Zijlstra Center aan de Vrije Universiteit Amsterdam is gevraagd of decentralisaties, vooral nu actueel op het sociaal domein, betekenen dat de overheid doelmatiger functioneert. Doelmatigheid als begrip is daarbij meervoudig van aard: het gaat niet alleen over goedkoper kunnen zijn, maar ook over betere dienstverlening naar burgers.
Eerdere evaluaties van decentralisaties wijzen uit dat er te weinig aandacht voor doelmatigheid is. Vaak ontbreekt een nulmeting. Daarom zijn door empirisch onderzoek van enige decentralisaties aanvullende inzichten verzameld. Er blijkt dat een decentralisatie in potentie de mogelijkheid heeft om de doelmatigheid te verbeteren, maar de onderzoeksresultaten zijn nog te beperkt voor meer algemene conclusies, ook omdat de beschouwde decentralisaties niet gelijksoortig zijn.
Dit roept om meer onderzoek naar doelmatigheid. Ook de evaluaties van decentralisaties verdienen verbetering. De huidige evaluaties van decentralisaties hebben een sterk verantwoordingskarakter en gaan vaak over de vraag of medeoverheden hun (fictieve) budget uitgeven. Deze sterke nadruk op verantwoorden en afrekenen kunnen betrokkenen kopschuw maken. Dit terwijl doelmatigheidsonderzoek juist het lerende vermogen van de overheid kan vergroten.
Ook zien we dat decentralisaties na enige tijd kunnen leiden tot gewijzigd beleid vooral als gemeenten geld zouden overhouden. Juist in decentralisaties waar veel discussie is over budget en bevoegdheden bestaat ook veel misnoegen over doelmatigheid. Aanbevolen wordt om (centrale) beleidsinterventies, zeker wettelijke interventies, zo veel mogelijk achterwege te laten. Te grote onzekerheden en te snelle wijzigingen, zo leert ook het verleden, brengen een doelmatige inrichting van de overheid juist verder weg.
Eveneens is geconstateerd dat onvoorspelbaarheid en instabiliteit van de financiële middelen eraan bijdraagt dat de beleidsdoelen minder snel gerealiseerd worden. Een belangrijke taak voor het Rijk is de onvoorspelbaarheid te laten afnemen. Het lijkt van groot belang dit in samenhang met andere trajecten rondom verevening en het gemeentelijk belastinggebied in de komende kabinetsperiode op te pakken. Overigens, uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied zou de doelmatigheid kunnen verbeteren.